De Nederlandse Wiskunde Olympiade is een jaarlijkse wiskundewedstrijd voor leerlingen van havo en vwo. Alle leerlingen van klas 1 t/m 5 met belangstelling voor wiskunde kunnen meedoen aan de eerste ronde. Deze wordt altijd in januari gehouden op alle deelnemende scholen. De speelse maar uitdagende opgaven testen je creativiteit en wiskundig inzicht. Wil je meedoen? Vraag je wiskundedocent ernaar en attendeer hem/haar eventueel op deze site.
De ca. 1000 beste leerlingen worden uitgenodigd voor de tweede ronde in maart. Deze winnaars van de eerste ronde komen uit drie categorieën: klas 5, klas 4 en onderbouw. De leerlingen uit de onderbouw hebben minder punten nodig om door te gaan naar de tweede ronde dan de leerlingen uit klas 4, en die weer minder dan de leerlingen uit klas 5. (De opgaven zijn voor de drie categorieën hetzelfde.)
De ca. 130 beste leerlingen van de tweede ronde (weer in drie categorieën) gaan door naar de finale, die in september plaatsvindt. (Hier zijn wel variaties tussen de opgavenversies voor de verschillende categorieën.) Uit de winnaars worden uiteindelijk de teams samengesteld die Nederland vertegenwoordigen bij drie internationale wiskundewedstrijden.
Naast de individuele prijzen kun je ook een prijs met je school winnen. Hiervoor worden de scores van de beste deelnemers bij elkaar opgeteld. Er zijn prijzen voor de beste school overall, de school met de beste onderbouwdeelnemers, de school met de beste vrouwelijke deelnemers en de beste school die in de afgelopen drie jaar voor het eerst (weer) mee is gaan doen aan de Wiskunde Olympiade.
De opgaven van de eerste ronde zijn deels meerkeuzevragen en deels vragen waarop je een getal als antwoord moet geven.
Voor uitgebreidere informatie, zie het overzicht van de wedstrijdrondes of het officiële wedstrijdreglement.
Voorbeeldopgave: A5 van 2011
Van de getallen 1 tot en met 100 wil Jaap er zoveel mogelijk (verschillende) op een blaadje papier schrijven. Er mogen geen twee getallen op het blaadje komen die bij elkaar opgeteld 125 zijn. Hoeveel getallen kan hij hoogstens op het blaadje schrijven?
A) 50 B) 61 C) 62 D) 63 E) 64
Voorbeeldopgave: B1 van 2017
Isaac schrijft een getal van drie cijfers op. Geen enkel van de cijfers is een nul. Isaac geeft zijn blaadje met het getal aan Dilara en zij schrijft onder het getal van Isaac alle driecijferige getallen op die je kunt krijgen door de cijfers van het getal van Isaac in een andere volgorde te zetten. Vervolgens telt zij alle getallen die op het blaadje staan bij elkaar op. De uitkomst is 1221. Wat is het grootste getal dat Isaac kan hebben opgeschreven?
Meer voorbeeldopgaven vind je in het wedstrijdarchief.